Hieronder een volledige bewerking van een post van 10 april 2024.
Zonder veel moeite kunnen we ons in een dier herkennen. Net als wij: twee ogen en twee oren, en een mond die wil bijten en kauwen. Armen en benen, poten, vleugels, vinnen: een doorlopende evolutionaire familieverwantschap. En dan nog, die opmerkelijke gemeenschappelijke animale rusteloosheid. Wij, dieren, zoeken het steeds in beweging. Wanneer het gevaar nadert rennen we weg. Ruiken we een lekker hapje of een geurige soortgenoot, sluipen we naderbij. De oplossing voor zowel het verkrijgen wat gemist wordt, als het vermijden van wat irritant, ongemakkelijk en bedreigend is, zit in onze verplaatsingen door de ruimte. Vind je wat je zoekt niet hier, dan ga je naar daar. En kom je daar iets tegen wat je niet zint, verkas je weer naar elders. De niet aflatende ongedurigheid tekent de verwantschap tussen ons mensen en de andere dieren.
Hoe anders zijn planten. Verankerd op de plek waar ze eens als zaadje ontsproten, kunnen ze niet vermijden of verkrijgen door zich te verplaatsen. Ze zullen voor iedere uitdaging waar ze mee te maken krijgen een oplossing dienen te vinden - en wel ter plekke. Een ondenkbare opgave voor om het eender welk dier, lid van de familie der rustelozen. Bioloog Stefano Mancuso, schrijver van 'The Revolutionary Genius of Plants’ noteert:
Whereas animals react to changes in their surroundings by moving to avoid those changes, plants respond to the constantly changing environment by adapting to meet it.
En de befaamde Franse botanische tekenaar Francis Hallé vertelt in een interview: ....
When I entered the Sorbonne in Paris, I was not really interested in plants, but rather animals, indeed like 99 percent of students, by the way. Today. I like animals, but I can't take them seriously because they move all the time. …. For me, trees are much more beautiful than animals. Animals are dirty, noisy, and when they die, they smell awful. When a tree dies, it doesn't smell bad because its molecules contain less sulfur. I wonder if our initial relationship to trees is aesthetic rather the scientific. When we come across a beautiful tree, it is an extraordinary thing. ….
TOTEM
De mens die zich spiegelt in dieren, wordt al gauw verleid tot antropomorfisme. Een klein knuffelhondje, toch directe afstammeling van de gevreesde wolf, krijgt een modieus jasje aangetrokken. En in de opgetrokken snavelhoek van een grijzende Donald Duck tekent de tekenaar witte tanden. Ofwel leidt het spiegelspel tot zoömorfisme, waarbij de mens zich uit jaloersheid maar al te graag eigenschappen van het dier zich zou willen toe-eigenen. Dat beschikt over fysieke oerkrachten, flitsende snelheid en vreeswekkende tanden en kaken, zonder welke de beschaafde mens niet meer dan een sukkelaar is.
Het dier als icoon, als totem. Den Haag, mijn geboortestad, heeft de ooievaar als stadstotem. De Scheveningse buren voeren twee haringen in hun wapenschild. De voetballers van Oranje spiegelen zich aan de leeuw. Hardlopers nemen een antilope als totem, zwemmers een zeeleeuw, dieven een ekster, en gewichtheffers een Aziatische werkolifant.




In de krijgskunsten is het gebruikelijk om de kunst af te kijken in het dierenrijk. Martiale dierentotems komen dan ook in vele gedaanten. De berenmuts van de grenadier, een draak op een ridderschild, Bruce Lee’s bidsprinkhaan en generaal Yu Fei’s Eagle Claw.




Tijger, kraanvogel, luipaard, slang en draak in de zuidelijke stijlen. De twaalf Hsing I Chuan dieren. De ‘bear step’ en de ‘snake step’ in I Chuan. Maar missen we niet iets? Voor de martiale artiest beschikken dieren zeker over benijdenswaardige eigenschappen. Eigenschappen die je je kunt inbeelden, imiteren en misschien op een dag je eigen noemen. Maar zijn er geen planten die ons als leraar en inspirator kunnen dienen? Waar zijn de plant- en boom-totems?
GROENE WEERBAARHEID
Planten zijn gebonden aan de locatie van hun oorspronkelijke ontkiemen. Niet in staat om te ontwijken, te rennen en te vluchten, zit er voor hen niets anders op dan moeilijkheden die zich voordoen ter plekke op te lossen. Planten ontwikkelden een oneindig scala aan zelfverdedigingsmechanismen. Vaak zonder dat er aan de buitenkant veel bijzonders te zien is, bieden ze met een grote creativiteit het hoofd aan agressieve knagers en grazers: bast, stekels, doornen, geur, gif en bedwelming. Onze wetenschap heeft nog maar een fractie onderzocht en in kaart gebracht van de plantaardige oorlogsvoering en verleidingstechnieken. Wie zei dat planten daar maar weerloos staan en van martiale kunst geen weet hebben?
Je vraagt je af waarom planten nauwelijks voorkomen in martiale heraldiek.
Wellicht een idee om de brandnetel als martiale totem te adopteren?

SF wapentuig?
Selectieve verdediging …


Chemische wapens …


Dodelijk voor micro-organismen, daarom ook een vitaal medicijn …
Sta in een natuurlijke omgeving. In een bos of park, je achtertuin. Sluit je ogen niet helemaal, maar geef ze rust, sta met geloken ogen. In plaats van te staan, kun je natuurlijk ook zitten. Richt je aandacht op wat er aan geur je neus binnenkomt. Aanvankelijk ruik je misschien weinig, misschien alleen je eigen huid of zweet, of je kleding. Maar al gauw zul je je bewust worden van geuren die je voorheen niet opmerkte. Pik de geuren op die luchtstroming of de wind met zich meevoeren, vaag of sterk.
Wanneer je naar een object kijkt, neem je reflecterend licht waar: een visuele aanraking met de lichtgolven als boodschapper. Maar de geur die je door je neus naar binnen ademt, is een wezenlijk deel van dat andere, van datgene dat je ruikt. Een vluchtig deel dat zich losmaakte van het geheel. In het Frans wordt het woord ‘essence’ gebruikt; de geur als het wezenlijke. Neem tien minuten om je te vereenzelvigen met de wereld van geur. Adem je omgeving in.
Wat ons dicht bij chemische wereld van planten kan brengen, is het navigeren en oriënteren via de neus. Net als planten leven we in een wereld van geur, alhoewel dat voor de meesten van ons een ondergeschoven - en weggedouchte - realiteit is. Geuren zijn direct, instinctief, onverbiddelijk, en laten herinnering ontwaken. Een groot gedeelte van de zee van geur waarin we leven, is van plantaardige origine. Een duizelingwekkend pallet. Wanneer een plant vanwege zijn worteling geen afstand kan overbruggen, is daar altijd de wind. Die voert de geuren van de plant mee naar vertes en brengt de geuren van anderen naar hem toe. Het ontbreken van een neus belet de plant geenszins om geuren waar te nemen.
REGENERATIE EN WEERBAARHEID
Parallel aan de ontwikkeling van martiale vaardigheden onderzoekt de beoefenaar de wegen van de gezondheid en de kunst om lang te leven. En naar wie zou je je het beste ter inspiratie kunnen wenden? Verreweg de meeste dieren zijn al bejaard of overleden als een gezonde eik of beuk pas in zijn adolescentie is. De leeftijd van de meeste dieren valt in het niet bij de leeftijd van veel planten.
Het is een waar wonder dat een zeester een nieuwe arm kan laten groeien, nadat hij er een verloren is. Lijkt je dat niet handig? Maar een willekeurige boom verliest zijn leven lang takken en na korte tijd zijn die alle vervangen door weer nieuwe. Waar een dier levensfuncties heeft geconcentreerd in specifieke organen, is de plant modulair gebouwd. Alle gedeeltes zijn vervangbaar en vernieuwbaar. Zelfs als het onweer of een brand de bovengrondse boom heeft vernietigd, is het onzichtbare worteldeel vaak nog springlevend. En zie, nog maar zo kort na de verwoestende brand, verschijnt het nieuwe groen alweer.

In het Amerikaanse Utah groeit Pando. Pando is niet één enkele boom, maar een bos van meer dan 40 hectaren ratelpopulier. Alle 40.000 stammen delen hetzelfde wortelsysteem, en terwijl de enkele stam geboren wordt en sterft, is Pando in zijn geheel oeroud, 14.000 jaar. Is dat niet een fascinerend voorbeeld van regeneratieve kracht?
De praktijk is overzichtelijk. Zoek een passende omgeving: een rustige hoek in een stadspark, een balkon met uitzicht op een boom, de duinen, je huiskamer met planten in de vensterbank, een bos. Sta rechtop, met je armen langs het lichaam (wu chi zhuang). Je handen op je rug, je handen in je zij, of beide handpalmen op je buik zijn andere goede opties. Ontspan je knieën, ontspan je blik. Kijk vrijuit naar het groen.
In de gebruikelijke omgang met ons lichaam krijgen onze zintuigen - met name onze ogen - veel attentie. Ook de handen, en ons denken, krijgen een onevenredig deel van onze aandacht. Het bewustzijn zich op die waar veel activiteit is. En waar zich sterke sensaties voordoen, sensaties van warmte of kou, druk, jeuk en pijn. Sommige lichaamsdelen krijgen derhalve weinig of geen, andere een overmaat aan aandacht.
Neem nu de boom of plant in je directe omgeving als voorbeeld. De plant heeft een modulaire structuur, ze is evenredig ontwikkeld. Alle takken blaadjes delen in lasten en lusten. Ook onder de grond, waar we de plant niet direct kunnen waarnemen, zijn de verhoudingen tussen de verschillende onderdelen van de plant egalitair. Alle wortelpunten banen zich gelijktijdig en gelijkmatig door de aarde. Natuurlijk zijn er obstakels voor een perfect radiale ontwikkeling boven en onder de grond: schaduw, een gebrek of een te veel aan water, een rotsblok, een afgerukte tak, een colonne knagende rupsen. Juist dat laat zien dat de vitale kracht van bomen en planten in de collectiviteit van de delen verborgen ligt.
De beoefening van de staande chi kung probeert een vergelijkbare latente collectiviteit binnen het lichaam van de beoefenaar te laten ontwaken. Het is ons aangeboren, maar er zijn veel redenen en omstandigheden voor een grondige verstoring van de inherente kracht van eenheid. De zhan zhuang beoefening opent de toegang tot voorheen verwaarloosde en vergeten lichaamszones, de persoonlijke terra incognita’s. Stap voor stap wordt het hele lichaam weer binnen het verband van het bewustzijn en van de ademhaling gebracht. In de I Chuan traditie wordt gesproken van het wakker maken van ‘hun yuan li’, van de kracht van de collectiviteit, van collectieve weerbaarheid.
lees verder:
Ik moet denken ook aan een meertje (versus de rivier) , ook iets wat op dezelfde plek blijft zoals een boom, beweging is er wel, in en uit, buiten en binnen. Regen, wind, dieren, rimpeling